HET LUCIFERDOOSJE !

Hierbij wil ik uw aandacht vestigen op het type van onze pool en kleurdwerg. Er is al veel geschreven over de bekende drie cirkelvormen, waar we onze dwerg denkbeeldig moeten in plaatsen.
Echter er zit meer aan een dwerg!

Zelf fok ik, met veel voldoening, al vele jaren zwarte kleurdwergen en mensen al heb je deze 100 jaar je blijft ermee bezig, dat is dan ook het leuke in onze sport.

De laatste jaren valt het mij op dat er op tentoonstellingen hoog bekroonde dieren zitten waarvan de oordracht te wensen over laat. Deze dieren dragen hun oren naar achter. Als men deze dieren dan op de keuringstafel ziet zitten blijven hun oren wat naar achteren gedragen, het lijkt net of deze dieren wat angstig zijn!


Mensen let op deze negatieve eigenschap, men kan dit bij de dieren erin fokken. De oortjes moeten rechtop, gesloten en gepunt  zonder gevouwen te zijn op het kopje gedragen worden, ook wijde oorinplant is uit den boze.
Let ook op dat de oortjes niet te vlezig worden, zoals men dat bij de Duitse dieren vaak ziet, zorg dat de oortjes niet dun behaard worden.

Op de laatst gehouden jubileum show ivm het 75 jarig bestaan van de Polen en kleurdwergenclub, heb ik nog veel dieren zien zitten met een slechte achterhand, waar men duidelijk de bekende botjes kon voelen als men over de achterhand heen streek.
Mijn advies is zeer streng selecteren in de fok omdat het hier om een skelet bouwfout gaat, die men er gemakkelijk infokt, dus let hier extra op. Ook ziet men diertjes zitten met het zogenaamde peermodel wat inhoudt, erg smal in de schouderpartij.
Het inkruisen met Duitse dieren kan zowel positieve als negatieve dingen met zich meebrengen. U kunt de pels bij uw dieren verbeteren als dat nodig mocht zijn, let echter op voor de kopvorm, platte schedels en het zogenaamde gleufje in schedel is uit den boze, onze Nederlandse dieren moeten ronde en bolle kopjes hebben zonder insnoering bij snuit.
Zorg dat uw diertjes recht op de voorbeentjes staan en dat deze niet doorgezakt zijn en evenwijdig onder de voorhand geplaatst zijn. Als de voorbeentjes te nauw zijn geplaatst zal de schouderpartij ook vaak te smal zijn.

Een handige graadmeter is het overbekende luciferdoosje. Dit heeft de afmeting van 3 ½ cm x 5 ½ cm.

Als het diertje op tafel zit moet de lengte (5½ cm) van het luciferdoosje tussen de voorbeentjes kunnen schuiven, ook kan men het doosje in de lengte op het kopje leggen, zodat met een richtlijn heeft of het betreffende diertje breed genoeg is op de schedel tussen beide ogen dus ook ongeveer 5½ cm. Als men nu de pool of dwerg  op de rug legt zonder dat men aan de achterbenen komt, zal men ook de stand van de achterbenen kunnen bepalen, deze zal evenwijdig moeten zijn, ook nu zal de ruimte tussen de achterbenen zo moeten zijn dat men hier de lengte 5½ cm van het luciferdoosje tussen kan plaatsen.
Voor de moderne rokers onder ons is het gebruik van een aansteker zinloos!

Hiermede hoop ik een bijdrage te kunnen geven ter verbetering in de bouw en type van pool en kleurdwerg, hier ziet u de veelzijdigheid van ons overbekende luciferdoosje!

Bovenstaand stukje is door mij eerder in uitgave nr.1 van de 50e jaargang van het Bondsblad Fokkersbelangen geplaatst.

Met vriendelijke sportgroet,
A.Van Essen, (www.kleurdwergen.nl)