Myxomatose

Oorzaak :
het myxomavirus behoort tot de pokkenvirussen. Dit virus komt endemisch voor en veroorzaakt milde ziekte bij een Zuid-Amerikaanse inheemse konijnensoort. Vandaar uit heeft het ingevoerde Europese konijnen besmet waarbij het praktisch 100% sterfte gaf. In de vijftiger jaren werd het dan met opzet geïntroduceerd in Australië waar de eveneens kunstmatig ingevoerde Europese wilde konijnen een echte plaag vormden, en per toeval in Europa. In enkele jaren was het hele Europese continent en Groot-Brittannië besmet, en de wilde konijnenpopulatie gedecimeerd.

Epidemiologie :
de ziekte komt voor bij Europese wilde konijnen, tamme konijnen en Europese hazen, maar hazen zijn er wel behoorlijk resistent tegen.

Transmissie is mogelijk via direct of indirecte contact en via vectoren. Dit is een mechanische transmissie zodat elke vector die op konijnen parasiteert in aanmerking komt. In het bijzonder zijn muggen en de konijnenvlo belangrijk. Op het Europese continent verspreiden vooral muggen de ziekte zodat er een duidelijke seizoeninvloed is op de frequentie van myxomatose.

Symptomen :
het virus was oorspronkelijk zeer virulent en gaf een zeer acute ziekte, met 100% sterfte. De letsels zijn: oedeem van de kop, de oogleden, en van de genitaliën. De eetlust blijft meestal goed tot kort voor de dood. Purulente blepharoconjunctivitis is een constant symptoom, en geeft aanleiding tot de typische blindheid. Bij de meer chronische of modulaire vorm die tegenwoordig veel voorkomt ontstaan na enkele dagen oedemateuze gezwellen (pseudo-tumoren) vooral op de oren, neus en poten. Deze vorm kan spontaan genezen: de pseudo-tumoren regresseren en geven korstvormige letseltjes die daarna verdwijnen.
In Frankrijk werd een ziekte vastgesteld die ook door een myxomavirus variant veroorzaakt werd maar die uitsluitend ademhalingsproblemen gaf, (snot en pneumonie) die dan meestal gecompliceerd werden door Pasteurella's (die op ieder konijnenbedrijf aanwezig zijn). Deze ziekte wordt niet overgedragen door vectoren maar door direct contact. De laatste jaren komt deze vorm ook meer en meer bij ons voor

Behandeling :
in theorie is myxomatose een besmettelijke ziekte die moet aangegeven worden, en alle konijnen van een besmet bedrijf zouden moeten geslacht worden. In de praktijk gebeurt dit zelden. Aangetaste dieren worden geëuthanasieerd en verwijderd op een manier dat ze geen besmettingsgevaar meer vormen voor de andere.

Desinfectie :
het virus weerstaat moeilijk aan hitte en licht, maar zeer goed aan koude en uitdroging. Goede desinfectantia: formol, hypochloriet, natriumhydroxide (8%). Het virus overleeft ook meerdere maanden op vectoren (vlooien bij wilde konijnen, maar ook bij overwinterende muggen).

Preventie:
de goedkoopste preventie is meestal de vectoren bestrijden, dus muggengaas plaatsen en direct of indirect contact met wilde konijnen vermijden. Bij kleine kwekers is dit dikwijls niet mogelijk. Ook op sommige bedrijven is het onmogelijk de vectoren efficiënt te bestrijden. Vaccinatie is hier aangewezen, alhoewel de kostprijs nogal hoog is . De immuniteit duurt slechts enkele maanden. Fokdieren in bedreigde hokken moeten 2 x per jaar worden ingeënt (februari - maart en juli - augustus). Drachtige voedsters of voedsters met pasgeboren jongen worden beter niet gevaccineerd (tenzij bij hoog besmettingsgevaar). Er bestaat ook een homoloog vaccin (alleen verkocht in Frankrijk). Het zou een betere bescherming geven maar er zijn nogal wat risico's aan verbonden.